Breed sectoronderzoek wijst uit: digitale infrastructuur is derde mainport van Nederland
Na Schiphol en de Rotterdamse haven is de digitale infrastructuur de derde mainport van Nederland en daarmee essentieel voor de verdere uitbreiding en toekomstige groei van de Nederlandse economie. Dat blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van AMS-IX, Deloitte, de Dutch Hosting Provider Association (DHPA), ECP en Rabobank. Onder digitale infrastructuur wordt verstaan: housing, hosting en connectiviteit. De partijen presenteren het onderzoek vandaag tijdens het Jaarcongres van ECP in Den Haag.
Digitale diensten worden een steeds groter onderdeel van onze economie. De verwachting is dat het wereldwijde IP-verkeer tussen 2013 en 2017 verdubbelt, met een jaarlijkse groei van 23 procent. Voor wat betreft de workload van datacenters in West-Europa gaat het onderzoek uit van een groei van zestig procent tussen 2013 en 2016, met een jaarlijkse toename van twintig procent. De digitale infrastructuur is hiervoor de voedingsbodem: (nieuwe) technologiebedrijven zijn in korte tijd snel uitgebreid en bedienen klanten over de gehele wereld. Naast de grote organisaties zijn naar schatting in Nederland ook zo’n duizend mkb’ers actief in de digitale-infrastructuursector.
Dankzij een innovatieve houding en de juiste condities behoort de Nederlandse digitale-infrastructuursector tot de top van de wereld en concurreert met Londen, Parijs en Frankfurt. Nederland loopt voorop op het gebied van internetinnovatie en participeert actief in internetcommunity’s. De markt voor internetdiensten is bovendien open en neutraal. Hierdoor is Nederland een aantrekkelijke (vestigings)locatie voor bedrijven in de digitale-infrastructuursector.
Dat Nederland een leidende positie in de wereld heeft, blijkt ook uit de omvang van de Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX). Dit is de grootste Internet Exchange in de wereld als het gaat om verbonden IP-netwerken, en de op een na grootste in termen van dataverkeer (gigabits per seconde). AMS-IX is dé mainport voor het internet – meer dan Rotterdam is voor containers en Schiphol voor passagiers. Gekeken naar breedbandpenetratie en gemiddelde verbindingssnelheid, staat Nederland op de tweede plek de EMEA-regio (Europa, het Midden-Oosten en Afrika), en op de zesde plaats wereldwijd.
Daarnaast lijkt industrialisatie van het datacenter nog maar in de kinderschoenen te staan. Het merendeel van de IT-apparatuur is nog altijd gehuisvest in in-house serverruimten en datacenters, maar het vooruitzicht is een consolidatie van grote geïndustrialiseerde datacenters die vaak energie-efficiënter zijn. Deze consolidatie draagt bij aan het verkleinen van onze ecologische voetafdruk.
Volgens het onderzoek is de leidende positie in deze wereldwijde sector ook snel weer te verliezen. De grenzen tussen landen in de digitale economie zijn vaag – bedrijven kunnen eenvoudig hun apparaat en organisatie verplaatsen naar een andere plek in de wereld. Daarnaast trekken veel landen actief nieuwe internetbedrijven en -activiteiten aan. Bovendien is de digitale economie sterk afhankelijk van fysieke factoren als ruimte en elektriciteit – twee aspecten waarvoor langetermijnplanning nodig is om beschikbaarheid te garanderen.
Aanbevelingen voor het behoud van de leidende positie
- De onderzoekers formuleerden zes aanbevelingen om de leiderspositie van Nederland te versterken.
- Focussen op innovatie en de ondernemersgeest stimuleren. Zo hebben we immers ook onze huidige positie bereikt.
- Gebruik maken van geschikte industriemodellen die passen bij de belangrijkste producten en diensten in deze snel veranderende markt. Op dit moment is de digitale-infrastructuursector bijvoorbeeld onzichtbaar in de economische statistieken vanwege SBI-codes die niet passen bij de producten en diensten in deze nieuwe sector.
- Opleidingen verbeteren, zodat we straks personeel hebben dat gekwalificeerd is voor de eisen van de digitale economie.
- Een evenwichtige regelgeving opstellen op basis van een gedetailleerd inzicht in de sector in internationaal perspectief. Die kan een gezonde basis zijn voor de digitale economie, maar de overheid moet ervoor zorgen dat dit bedrijfsactiviteiten of klantervaring niet meer dan nodig in de weg staat.
- Beschikbaarheid van ruimte en elektriciteit op de lange termijn zeker stellen. Verschillende stakeholders (zoals de sector, overheid, energieproductie en -distributie) moeten hiervoor samenwerken.
- Investeringsmethoden, met specifieke kennis van de digitale sector, stimuleren. In het huidige economische klimaat hebben vooral kleinere bedrijven namelijk moeite om voldoende investeerders aan te trekken.
“Dit onderzoek toont ondubbelzinnig het enorme belang van de Nederlandse digitale infrastructuur”, zegt Michiel Steltman, directeur van de DHPA. “Deze derde mainport is de motor voor groei en biedt bovendien Nederlandse mkb’ers grote kansen in de internationale online wereld. De bal ligt nu bij de overheid en het bedrijfsleven. Zij moeten deze infrastructuur nog meer gaan gebruiken als basis voor economische groei. Daar is uitgebalanceerd beleid voor nodig – niet alleen als reactie op excessen, maar dat ook rekening houdt met het economisch belang.”